
Een kleine groep wederdopers verzamelt zich in een huis aan de Zoutsteeg, waar zij hun kleren verbranden en naakt de straten van Amsterdam in rennen. Sindsdien worden er vele prenten gemaakt die dit opmerkelijke voorval uitbeelden.
Locatie
Onbekend huis
Zoutsteeg
Type
Overig
Religieuze gemeenschap
Dopers (Wederdopers)
Object
Gravure met naakte wederdopers voor een brandend huis
Maker en datering
Anoniem (naar Barend Dircksz.)
1614
Bezichtigen
Deze gravure is te zien in: Lambertus Hortensius, Van den Oproer der Weder-dooperen (Enkhuizen 1614)
Het naaktloopincident van 1535
In 1548 publiceert Lambertus Hortensius zijn polemische geschiedenis over de “oproer” van de wederdopers. Enkele decennia later verschijnt dit verslag in het Nederlands en voegen uitgevers er een reeks anonieme gravures aan toe. Deze illustraties baseren zich op een serie zestiende-eeuwse schilderijen (nu verloren) van de kunstenaar Barend Dircksz., die hij in opdracht heeft gemaakt voor het middeleeuwse stadhuis van Amsterdam. Het boek van Hortensius behoort tot de vele die het verhaal vertellen van een kleine groep wederdopers die bekend zijn komen te staan als de “Naaktlopers.”
Op 10 februari 1535 komen zeven mannen en vijf vrouwen bijeen in een huis aan de Zoutsteeg. Zij luisteren naar de prediking van de kleermaker Henrick Henricxz. Snyder. Hij beweert: “Ik zie Gods mogentheyt, Gods persoen ende ik spreek mit hem. Ik ben in den hemel ende in der helle.” Hij spoort de groep aan om hun kleren uit te trekken en in het vuur te werpen. Vervolgens gaan zij de straat op en roepen hun mede-Amsterdammers toe: “Wee, wee, de wrake Gods komt.” De autoriteiten grijpen hen en brengen hen naar de gevangenis. Zelfs daar weigeren zij zich weer aan te kleden. Op 25 februari 1535 worden de mannen onthoofd door de beulen. Op 15 mei ondergaan de vrouwen hetzelfde lot. Het verslag van Hortensius en andere soortgelijke werken gebruiken deze sensationele gebeurtenissen uit de vroege wederdoperij als waarschuwing tegen ketterij en fanatisme.
Een afbeelding van de leider van de Naaktlopers verschijnt in een reeks illustraties van Christoffel van Sichem, die “aartsketteren” in beeld brengt. Omdat er geen bekend portret van deze wederdoperse leider bestaat, verzint Van Sichem een gelijkenis voor hem, zoals hij dat ook doet voor de meeste anderen in de serie. Hoewel Henrick Henricxz. Snyder op de gravure in wapenrusting staat, zijn de andere wederdopers naakt afgebeeld.
ketter
Aanhanger of verspreider van ketterij (dwaalleer). Negatieve benaming voor iemand die niet meer gelooft in de 'ware religie'. Een stichter van een dwaalleer wordt ook wel aartsketter of haeresiarch genoemd.
Wederdopers
De term ‘wederdoper’ was oorspronkelijk een denigrerende benaming voor een christelijke beweging uit de zestiende eeuw die de volwassendoop praktiseerde. Omdat het afwijzen van de kinderdoop destijds als ketters werd beschouwd, werd de naam ‘wederdoper’ gebruikt om de groep als onorthodox af te schilderen. Tegenwoordig is de naam Anabaptist wereldwijd door veel (maar niet alle) groeperingen die uit deze beweging zijn voortgekomen – waaronder de doopsgezinden/mennonieten, amish, hutterieten en brethren in christ – opnieuw omarmd als overkoepelende term voor de stroming.
Ook Bernard en Picard maken melding van de Naaktlopers in deel IV van hun meerdelig studie over de religieuze ceremoniën en gebruiken van alle religies ter wereld. Gedetailleerde gravures tonen hoe de wederdopers hun kleding verbranden en hoe zij vervolgens op straat worden gegrepen. Opmerkelijk genoeg verschijnen deze voorstellingen niet in het traktaat over de wederdopers en mennonieten, maar in het daaropvolgende traktaat, dat handelt over de zogeheten “adamieten.”
Adamieten
Groepen die naar verluidt om religieuze redenen naakt liepen. De term wordt met name gebruikt in diverse vroegmoderne boeken over religie en ketterij. De historische correctheid van het op één hoop gooien van deze verschillende groepen wordt nu echter ter discussie gesteld.
Het begin van de doperse beweging kent een veelheid aan leiders, groeperingen en opvattingen. De nakomelingen van de vroege dopers, de mennonieten en doopsgezinden van de Republiek der Nederlanden, hebben nadrukkelijk afstand genomen van alles wat te maken had met de apocalyptische, gewelddadige en beruchte groeperingen van hun theologische voorgangers – waaronder de Münsterse wederdopers, de betrekkelijk onschuldige Naaktlopers en de kleine revolutionaire groep die in 1535 kortstondig het Amsterdamse stadhuis in handen had. Verhalen over de terechtstellingen van deze Wederdopers worden daarom bewust weggelaten uit de doopsgezinde martelarenboeken en verschillende andere confessionele geschiedwerken.
Begin van de Nederlandse dopers
De groepen van dopers die vanaf 1525 in de Zwitserse kantons begonnen op te duiken en zich ook in andere delen van het vroegmoderne Europa ontwikkelden, waren opmerkelijk divers. Het geloof in de volwassenendoop werd algemeen gedeeld, maar de opvattingen over de relatie tussen Bijbel en geest, eschatologie en ecclesiologie verschilden. De doperse beweging begon zich vanaf 1530 te verspreiden in de Lage Landen – ook in Amsterdam – binnen een context van antiklerikalisme en hervormingssentiment dat al eerder begon te ontwikkelen. In dat jaar arriveerde Jan Volkertsz. Trypmaker, een discipel van de doper Melchior Hoffman, in Amsterdam en introduceerde de beweging in de stad.
Martelaersspiegel
De informele naam voor een boek met doopsgezinde martelaarsverhalen dat eerst in 1660 werd gepubliceerd en vervolgens opnieuw in een tweede geïllustreerde editie in 1685. Dit boek is tegenwoordig de meest uitgebreide en bekendste doperse martelarenboek, maar is gebaseerd op een veel langere traditie. De verhalen uit de zestiende eeuw werden eerst verspreid als liederen of brieven en later als gedrukte boeken van telkens een groter formaat. De terechtstelling van dopers in Nederland begon bijna onmiddellijk na de oprichting van de beweging in 1530. De vervolging verscherpte zich in 1535, nadat de beweging een slechte naam kreeg door de oproerige activiteiten van enkele revolutionaire groepen in de Lage Landen en de Westfaalse stad Münster.
Wederdopers van Münster
Een groep apocalyptisch georiënteerde wederdopers (velen van Nederlandse afkomst) die actief waren in de Westfaalse stad Münster. Daar werd door Bernhard Rothman een wederdoperse theologie geformuleerd met nadruk op het einde der tijden. Deze theologie werd uiteindelijk door de stad overgenomen. Münster was korte tijd een wederdoperskoninkrijk onder leiding van Jan van Leyden, tot de val in 1535. Veel Nederlandse wederdopers trokken in de vroege jaren 1530 naar Münster. Münsterse gezanten zoals Jan van Geelen trokken ook naar de Lage Landen en gaven daar leiding aan verschillende opstanden, waaronder de aanval op het stadhuis van Amsterdam in 1535.
Nina Schroeder-van 't Schip
Onafhankelijk wetenschapster, kunsthistorica en doopsgezind erfgoedspecialiste
Laatst bewerkt
26 september 2025
Anoniem, naar Barend Dircksz., De Naaktlopers te Amsterdam, 1535, gravure in Lambertus Hortensius [I. M. P.; vert. anon.], Van den Oproer der Weder-dooperen (Enkhuizen: Jacob Lenaertsz Meyn, 1614) 18. Collectie Rijksmuseum, Amsterdam.
Exterieur: fotografie Museum Ons' Lieve Heer op Solder.
Sichem, Christoffel van, Diederick Snyder, den eersten Adamyt ende naect-looper, 1608, gravure in C. van Sichem, Historische beschrijvinge ende affbeeldinge der voorneemste hooft ketteren (Amsterdam: C. van Sichem, 1608). Collectie Rijksmuseum, Amsterdam.
Morellon La Cave, François, naar Bernard Picart, Assemblées nocturnes des Adamites en Adamites d'Amsterdam, 1721-1723, etching in Bernard Picart’s Ceremonies et coutumes religieuses de tous les peuples du monde (J.F. Bernard: Amsterdam, 1723). Collection Rijksmuseum, Amsterdam.
Bernard, Jean François, and Bernard Picart, Cérémonies et coutumes religieuses de tous les peuples du monde: representées par des figures dessinées de la main de Bernard Picard; avec une explication historique, & quelques dissertations curieuses. Vol. IV (Amsterdam: J.F. Bernard, 1736) 212.
Hortensius, Lambertus,, Het Boek D. Lamberti Horensii van Montfoort, in sijn Leven Rector van de Schole tot Naerden. Van den Oproer der Weder-dooperen. Eerst Inst Latijn beschreven/ ende Ghedruckt tot Basel met Privilegie van de Keyserlijcke Majesteyt. Ende nu in Nederlandts overgheset. Mitsgaders Een Voor-reden van den selven Autheur aen de E. Wijse ende Voorsienighe Heeren / Burghemeesteren Schepenen ende Raedt der Stadt Amsterdam. (Enkhuizen: Jacob Lenaertsz. Meyn, 1614).
Regteren van Altena, I.Q., “Doove Barend, de schilder en de Wederdoopers,” Jaarboek van
het genootschap Amstelodamum 22 (1925) 111-123.
Schroeder, Nina, “Das frühe Täufertum in Kunst und Bildkultur während der Niederländischen Republik (1581 − 1795),” Ulrike Arnold and Hans-Jürgen Goertz trans., Mennonitische Geschichtsblätter 77 (2020) 45-72, 50-60.
Sichem, Christoffel van (I), Historische beschrijvinge ende affbeeldinge der voorneemste hooft ketteren... (Amsterdam: Christoffel van Sichem, 1608).
Zijlstra, Samme, Om de ware gemeente en de oude gronden: geschiedenis van de dopersen in de Nederlanden, 1531-1675 (Hilversum: Verloren, en Leeuwarden: Fryske Akademy, 2000) 133-138.
Online bronnen
Naaktlopers te Amsterdam, 1535 (website Rijksmuseum)
Laatst gecontroleerd 18-09-2025