Vondel schrijft: ''Ay, Rembrand, mael [schilder] Kornelis stem. Het zichtbre deel is 't minst van hem''. Hij verwijst hiermee naar dit portret van een Waterlander predikant die hij persoonlijk kent.
Locatie
Kerk bij de Toren
Singel 158
Type
Schuilkerk
Religieuze gemeenschap
Doopsgezinde Kerk
Object
De doopsgezinde predikant Cornelis Claesz. Anslo
Maker en datering
Rembrandt van Rijn
1641
Bezichtigen
De prent is niet te bezichtigen
''Ay, Rembrant, mael Cornelis stem”: De Waterlander Doopsgezinden in de Kerk bij de Toren
De Waterlanders zijn al sinds de zestiende eeuw in Amsterdam aanwezig. Enige tijd komen zij samen in een pakhuis aan de huidige Spuistraat 50, bekend als de Kleine Spijker (spijker betekende destijds zowel “pakhuis” als “spijker”). In 1604 verhuizen zij naar een groter gebouw achter de gevels aan het huidige Singel 158.
Waterlanders
Een groep Nederlandse dopers (mennonieten) die oorspronkelijk uit de Waterland-streek in Noord-Holland kwamen. De beweging verspreidde zich echter over andere regio’s. Daardoor verwees de naam niet langer naar een geografisch kenmerk, maar naar een specifieke subgroep binnen de mennonitische/dopersgezinde beweging. Na een scheuring in de jaren 1550 over kwesties rond de ban met strengere mennonieten, kozen de Waterlanders ervoor zichzelf doopsgezinden te noemen. In de loop der jaren gingen ook andere meer progressieve groepen binnen de mennonieten zich vaker doopsgezind noemen – al wordt de term in verschillende contexten afwisselend gebruikt.
Hun gemeente staat bekend als de Kerk bij de Toren, naar haar ligging naast de Jan Rodenpoortstoren. Deze schuilkerk, met haar typisch sobere doopsgezinde interieur, wordt ook wel de Grote Spijker genoemd.
Schuilkerk
Gebouw waarin, onder het bewind van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588-1795), verborgen godsdienstoefeningen werden gehouden. Kerkelijke groeperingen buiten de calvinistische kerk, zoals katholieken, lutheranen, doopsgezinden en remonstranten moesten hun godsdiensten in schuilkerken praktiseren.
De Kerk bij de Toren telt, net als andere doopsgezinde gemeenten in Amsterdam, verscheidene bekende kunstenaars, uitgevers en dichters onder haar leden — waaronder de gerenommeerde dichter en toneelschrijver Joost van den Vondel, die er jaren lid en enkele jaren diaken is voordat hij zich later in zijn leven tot het rooms-katholicisme bekeert, en de kunstenaar en kunsthandelaar Hendrick van Uylenburgh, Rembrandts kunsthandelaar in de jaren 1630.
Rembrandt, die in Amsterdam een divers klantenbestand uit verschillende geloofsgemeenschappen heeft, portretteert meerdere leden van deze Waterlander gemeente. In 1641 schildert hij de predikant Cornelis Claesz. Anslo en zijn vrouw Aeltje Schouten, weergegeven in een moment van devote bezinning. Ook maakt Rembrandt een ets portret van Anslo, afgebeeld als geleerde in zijn studeerkamer — een populaire portretvorm voor theologen en predikanten. Op de prent is ook een spijker in de muur aan de rechterachterzijde te zien. Dit heeft onder kunsthistorici tot speculatie geleid: zou deze “grote spijker” een speelse verwijzing kunnen zijn naar de bijnaam van Anslo’s gemeente?
Anslo is afgebeeld met geopende lippen en een sprekend gebaar — een “sprekende gelijkenis” die de belangrijke rol van het gesproken woord in zijn werk als predikant benadrukt. De prent circuleert met verschillende bijgevoegde lofdichten. Eén daarvan, geschreven door Vondel, benadrukt dat men Anslo moet horen om hem werkelijk te “zien”:
Ay, Rembrant, mael Cornelis stem.
Het zichtbre deel is 't minst van hem:
't Onzichtbre kent men slechts door d'ooren.
Wie Anslo zien wil, moet hem hooren.
In 1668 fuseert de Toren-gemeente met de Kerk bij ’t Lam, waarna de diensten in beide gebouwen worden gehouden. In 1812 wordt de Kerk bij de Toren gesloten. Op de Torensluis herinnert vandaag niets meer aan de Jan Roodenpoortstoren of de schuilkerk — beide zijn afgebroken. Wel staat er een groot bronzen standbeeld van Multatuli (pseudoniem van Eduard Douwes Dekker, zelf de zoon van een doopsgezinde predikant), de beroemde auteur van de sociaal-kritische roman Max Havelaar over de Nederlandse koloniale praktijken in Indonesië.
Nina Schroeder-van 't Schip
Kunsthistorica en doopsgezind erfgoedspecialiste Doopsgezind Amsterdam
Laatst bewerkt
16 december 2025
De predikant Cornelis Claesz. Anslo, Rembrandt van Rijn, 1641, ets en droge naald op Oosters papier, 18,6 x 15,7 cm. Collectie Rijksmuseum Amsterdam. RP-P-1961-1148.
Exterieur: fotografie Museum Ons' Lieve Heer op Solder.
Gezicht op de Jan Roodenpoortstoren te Amsterdam, toegeschreven aan Jan Veenhuysen, 1664, ets, 11,7 × 13,8 cm. Collectie Rijksmuseum Amsterdam. RP-P-AO-27-25-2.
Interieur van de Doopsgezinde Kerk bij de Toren te Amsterdam, toegeschreven aan Jan Veenhuysen, 1664, ets, 11,4 x 14,1 cm. Collectie Rijksmuseum Amsterdam. RP-P-AO-24-14-1.
Dickey, Stephanie S, Rembrandt: Portraits in Print (Amsterdam: John Benjamins Publishing Company, 2004) 30-65.
Fockens, Melchior. Beschrijvingh Der wijdt-vermaarde Koop-stadt Amstelredam (…). 3de druk (Amsterdam: Marcus Willemsz. Doornick 1664).
Lambour, Ruud, “Doopsgezinde gemeenten te Amsterdam in de zeventiende en achttiende eeuw,” in: Amstelodamum 100-1 (2013), 25-38.
Van Eeghen, I.H., “De restauratie van het voormalige Anslohofje,” in: Amstelodamum 56 (1969) 199-205.
Spies, M. “Vondels dichtwerken uit zijn doopsgezinde periode,“ in: Doopsgezind bijdragen 15 (1989) 97-114.
Online bronnen
Rijksmuseum: De predikant Cornelis Claesz. Anslo
Laatst gecontroleerd 12-11-2025





