De twee speelse jongens die hier met hun ouders zijn afgebeeld zijn de toekomstige regenten van het Rijpenhofje. Dit familieportret is één van de tien schilderijen die uiteindelijk door een nakomeling aan het hofje zijn geschonken.
Locatie
Rijpenhofje
Rozengracht 126
Type
Hofje
Religieuze gemeenschap
Doopsgezind Amsterdam
Object
Portret van de familie Van de Rijp-Centen
Maker en datering
Christoffel Lubieniecki
1721
Bezichtigen
Het portret is in de Singelkerk te bezichtigen
Het Rijpenhofje
In de vroegmoderne tijd is iedere kerkelijke denominatie verantwoordelijk voor de zorg voor de kwetsbaren in hun eigen gemeenschap. Hofjes voor het huisvesten van ouderen, armen en wezen worden met dit doel gebouwd. De verschillende doopsgezinde groeperingen bezitten eveneens dit soort hofjes en panden, verspreid over de grachtengordel en de Jordaan.
In 1733 benoemt Gerard van de Rijp († 1735) in zijn testament zijn neven Jan en Jacob van de Rijp Centen tot erfgenamen, op voorwaarde dat zij 20.000 gulden van de erfenis zullen gebruiken om een hofje op te richten. Daarnaast moeten zij middelen beschikbaar stellen om de bewoners te ondersteunen. De neven volgen de instructies van hun oom op en stichten het Rijpenhofje aan de Rozengracht. Ze treden daarbij op als de eerste regenten. In 1736 worden er huizen aangekocht en een jaar later is het hofje klaar voor gebruik als woonplek voor oudere vrouwen. In 1747 wordt de eigendomstitel van het hofje officieel overgedragen aan de verenigde Lam- en Torengemeente.
Op een portret uit 1721 van de Poolse schilder Christoffel Lubieniecki zijn Jan en Jacob van de Rijp-Centen als kleine kinderen afgebeeld. Zij spelen vrolijk tussen hun zittende ouders, Maria van de Rijp en Gozewijn Centen. Dit schilderij, dat zich nu in de collectie van Doopsgezind Amsterdam bevindt, is één van tien schilderijen die in 1832 werden geschonken aan het Rijpenhofje door Veronica van de Rijp Centen (1740–1832), een nicht van Jan.
Doopsgezind Amsterdam (voormalig VDGA)
De Doopsgezinde gemeente van Amsterdam staat vandaag de dag bekend als Doopsgezind Amsterdam. Na eeuwen van verdeeldheid en scheuringen onder de doopsgezinden, waarbij de meer conservatieve groepen doorgaans de naam Mennoniet verkozen, terwijl de progressievere groepen zich Doopsgezind noemden, verenigden de gemeenten zich in 1801 tot de Verenigde Doopsgezinde Gemeente van Amsterdam (VDGA). Tegenwoordig bestaat Doopsgezind Amsterdam uit de Singelkerk (op de locatie van de 17e-eeuwse Kerk bij ’t Lam) en de 19e-eeuwse Meerpadkerk in Amsterdam-Noord.
Hofje
Een hofje is een deels besloten leefgemeenschap bedoeld voor behoeftigen, zoals wezen en weduwen, meestal bestaande uit een aantal huisjes rond een parkje. In de vroegmoderne tijd moet iedere religieuze groepering in Amsterdam zijn eigen behoeftigen verzorgen. Daardoor heeft de stad een groot aantal hofjes met verschillende religieuze achtergronden.
Het Rijpenhofje is door de jaren heen ingrijpend gerenoveerd. In 1830 wordt het voor het eerst uitgebreid met bestaande huizen aan de Rozengracht. Tussen 1910 en 1913 werd het hofje herbouwd nadat het in verval was geraakt. Deze renovatie bracht diverse ontwerpelementen met zich mee die kenmerken vertonen van de Art Nouveau en Art Deco, in een periode die de opmaat vormde naar de Amsterdamse School. Voorbeelden hiervan zijn de versierde toegangspoort en fontein van Abraham Salm, die ook het monumentale aquarium van Artis en de doopsgezinde Oosterparkkerk ontwierp, die in 1904 werd geopend (sinds 1975 in gebruik bij de Gereformeerde Kerk). Een borstbeeld op het Rijpenhofje terrein eert nog altijd de rol en nalatenschap van Gerard de Rijp bij de oprichting van het hofje.
Vandaag de dag biedt het hofje nog steeds woonruimte aan alleenstaanden (tegenwoordig zowel mannen als vrouwen) van 55 jaar en ouder met een band met de doopsgezinde gemeenschap van Amsterdam. Er zijn negen kamers voor bewoners en drie kamers voor studenten die als beheerders optreden. Sinds 1965 wonen er ook negen extra bewoners op het aangrenzende terrein van de Huizen De Lely (Bloemstraat 129–141), die oorspronkelijk in 1872 uit de nalatenschap van L.T. Vogel aan de doopsgezinde gemeente van Amsterdam werden geschonken om echtparen van 60 jaar en ouder te huisvesten.
Nina Schroeder-van 't Schip
Onafhankelijk wetenschapster, kunsthistorica en doopsgezind erfgoedspecialiste
Laatst bewerkt
23 oktober 2025
Family portrait of Gozewijn Centen, Maria van de Rijp, and their children Jan Centen (left) and Jacob van de Rijp-Centen (right), Christoffel Lubienietski, 1721, olie op doek, 94.5 x 161.5 cm. Collectie Doopsgezind Amsterdam.
Exterieur: fotografie Museum Ons' Lieve Heer op Solder.
Ontwerptekening met aanzicht van de pergola met bron, Abraham G. Salm (1857-1915), 1913, tekening. Archief van G.B. Salem en A. Salm Gbzn. Stadsarchief Amsterdam.
Buste van Gerard van de Rijp Stichter van het Rijpenhofje, op locatie in het Rijpenhofje. Fotografie Albers Martin. Stadsarchief Amsterdam.
Doopsgezind Amsterdam, Monumental erfgoed: Doopsgezind Amsterdam (Amsterdam: Doopsgezind Amsterdam 2025).
Margriet van Eikema Hommes, et al., “The Hidden Youth of Dirck Jacobsz Leeuw: A Portrait by Govert Flinck Revealed,” The Rijksmuseum Bulletin 64 (2016) 5-61.
Online bronnen
Global Anabaptist Mennonite Encyclopedia Online: Family Van de Rijp
Laatst gecontroleerd 22-10-2025
Global Anabaptist Mennonite Encyclopedia Online: Family Centen
Laatst gecontroleerd 22-10-2025
Global Anabaptist Mennonite Encyclopedia Online: Amsterdam (Noord-Holland, Netherlands)
Laatst gecontroleerd 22-10-2025
Online Catalogus Rijksmuseum: Portret van een man, mogelijk Gozen Centen (1611/12-1677)
Laatst gecontroleerd 22-10-2025




