
Pastoor Van Schaijck richt in 1685 een broederschap op ter bevrijding van christelijke slaven.
Locatie
Het Hert
Oudezijds Voorburgwal 40
Type
Schuilkerk
Religieuze gemeenschap
Rooms-Katholieke Kerk
Object
Altaarstuk met de doop van Christus in de Jordaan
Maker en datering
Jacob de Wit
1716
Bezichtigen
Te bezichtigen in Museum Ons' Lieve Heer op Solder
Bidden voor de christenslaven
Vaak wordt achter het hoogaltaar van een schuilkerk een afbeelding van de geboorte, de kruisiging of de opstanding van Jezus Christus geplaatst. In schuilkerk Het Hert staat echter zijn doop afgebeeld. Daar is een bijzondere reden voor.
Op 17 juni 1685, op het hoogfeest van de Heilige Drie-eenheid en precies één jaar na zijn aanstelling in Het Hert, richt pastoor Van Schaijck (†1727) de Broederschap van de Allerheiligste Drievuldigheid ter Bevrijding van de Slaven op. Europese kuststeden worden in deze tijd geteisterd door piraten uit het Osmaanse Rijk en Noord-Afrika. Vele Europese christenen vallen in handen van islamitische piraten en worden op slavenmarkten verkocht. Binnen de katholieke kerk ontstaan ordes die zich richten op het vrijkopen van deze christelijke slaven. De Orde der Trinitariërs is daar één van. Deze orde is vernoemd naar de Drie-eenheid (ook wel Drievuldigheid genoemd), omdat de Drie-eenheid staat voor een fundamenteel verschil tussen het christelijke en het islamitische geloof. De broederschap die pastoor Van Schaijck in zijn schuilkerk opricht, is bedoeld om de Orde der Trinitariërs te ondersteunen met gebeden en financiële giften.
Schuilkerk
Gebouw waarin, onder het bewind van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588-1795), verborgen godsdienstoefeningen werden gehouden. Kerkelijke groeperingen buiten de calvinistische kerk, zoals katholieken, lutheranen, doopsgezinden en remonstranten moesten hun godsdiensten in schuilkerken praktiseren.
Doop
De doop is een christelijk initiatieritueel. De dopeling wordt overgoten met doopwater of erin ondergedompeld. Dit gebeurt in navolging van Jezus Christus, die door Johannes de Doper in de rivier de Jordaan werd gedoopt.
Deze prent toont een processie van verloste christenslaven die in 1641 in Parijs werd gehouden. De verloste slaven worden door kinderen verkleed als engelen door de stad geleid. Paters trinitariërs nemen regelmatig vrijgekochte slaven mee in processies door Europese steden. Het houden van processies is voor de orde een methode om financiële steun en sympathie voor hun werk te verkrijgen. Dergelijke katholieke processies waren in het protestantse Amsterdam echter ten strengste verboden.
De opdracht aan de schilder
Pastoor Van Schaijck wil de broederschap in zijn kerk in het middelpunt zetten. Daarom geeft hij Jacob de Wit (1695-1754) opdracht om de Doop van Christus achter het hoofdaltaar af te beelden. Dit is namelijk niet alleen een belangrijk moment in het leven van Christus, maar ook het moment waarop de Drie-eenheid in de Bijbel wordt geopenbaard. Op het schilderij staat de Heilige Drie-eenheid verticaal afgebeeld: God de Vader zittend op een wolk, God de Heilige Geest in de gedaante van een neerdalende duif en God de Zoon in de gedaante van de gedoopte Jezus Christus. Zo worden de kerkgangers bij het aanschouwen van dit altaarstuk ook herinnerd aan de Broederschap van de Allerheiligste Drievuldigheid.
Pieter-Jan van Giersbergen
Conservator Museum Ons' Lieve Heer op Solder
Laatst bewerkt
08 april 2025
Doop van Christus in de Jordaan, Jacob de Wit, 1716, olieverf op doek. Collectie Museum Ons’ Lieve Heer op Solder.
Interieur en exterieur: fotografie Robert Westera.
Prosessie der Verloste Slaaven, Jan Luyken, 1642, gravure. Collectie Rijksmuseum.
Namenregister van de Broederschap van de Heilige Drie-Eenheid, 1685. Collectie Stadsarchief Amsterdam.
Broekhuizen, G. van, Historie van Barbaryen, en des zelfs zee-roovers, behelzende een beschrijving van de koninkrijken en steden Algiers, Tunis, Salé en Tripoli […] (Amsterdam 1674).
Davis, R., Christian Slaves, Muslim Masters (Hampshire 2003).
Hout, G. van den, ‘Een vroeg altaarstuk van Jacob de Wit. Een Onderzoek naar de altaarstukken in de voormalige huiskerk ‘Het Haantje’’ in: G. van den Hout, M. Blokhuis, P. van Dael, J. Sterk eds., Vroomheid op de Oudezijds. Drie Nicolaaskerken in Amsterdam. De Oude Kerk, Ons’ Lieve Heer op Solder, De Sint Nicolaaskerk (Amsterdam 1988) 63-73.