De zogenoemde Lammerenkrijgh is een hevig conflict dat in 1664 tot een scheuring onder de Nederlandse mennonieten en doopsgezinden leidt. Deze illustratie uit een vroeg mennonitisch geschiedenisboek toont een eredienst in de schuilkerk waaraan de orthodoxe Zonist-factie haar naam ontleent.
Locatie
De Zon
Singel 118
Type
Schuilkerk
Religieuze gemeenschap
Doopsgezinde Kerk
Object
Prent waarop het ronddelen van het Brood tijdens het Heilig Avondmaal in De Zon staat afgebeeld
Maker en datering
Andries van Buysen
1743
Bezichtigen
De prent is niet te bezichtigen
De Lammerenkrijgh en de hoop op hereniging
Onenigheid over de aard en rol van geloofsbelijdenissen leidt tot een fel intern mennonitisch conflict dat bekendstaat als de “Lammerenkrijgh.” Een groep, geïnspireerd door de Collegiant en doopsgezinde predikant Galenus Abrahamsz. de Haan, beschouwt geloofsbelijdenissen als flexibele, contextgebonden documenten. De strengere factie ziet ze daarentegen als bindende uitingen van geloofsopvattingen. In de Kerk bij ’t Lam in Amsterdam loopt de spanning zo hoog op dat de stedelijke magistraat moet ingrijpen en bemiddelen.
Op 22 juni 1664 vindt er een formele scheuring plaats. De orthodoxe groep — ongeveer 500 van de 2.000 leden — begint dan bijeen te komen in een pakhuis in de Oude Teertuinen. Zij kopen vervolgens een voormalige tweelaagse brouwerij aan het Singel. Vanwege de zon op de gevel wordt de kerk de Zon genoemd en worden de gelovigen daar Zonisten genoemd. Zij die bij de Kerk bij ’t Lam blijven, worden Lamisten genoemd. Doopsgezinde gemeenten elders in de Republiek volgen dit voorbeeld en sluiten zich aan bij óf de Lamisten óf de Zonisten, afhankelijk van hun positie in dit debat.
Deze prent van een Avondmaalsviering in de Zon is één van een aantal afbeeldingen van doopsgezinde kerkdiensten die Hendrik de Winter, zelf Zonist, heeft gemaakt voor een uitgebreide nieuwe uitgave van Hermannus Schijns boek over de geschiedenis van de Doopsgezinden. Schijn, arts, schrijver en predikant, is een overtuigd Zonist en dient als ouderling bij de Zon van 1690 tot zijn dood in 1727. Toch verlangt hij naar een hereniging van de verdeelde beweging. Daarom publiceert hij in 1723 zijn Ontwerp tot vereeniging der doopsgezinde Christenen.
Geleidelijk worden de verschillen tussen Lamisten en Zonisten minder uitgesproken. Het aantal gemeenteleden neemt af en financiële zorgen (waaronder de angst dat grote leningen aan het Huis van Oranje waarschijnlijk niet zullen worden terugbetaald) maakten een hereniging logisch. Hoewel Schijn dit niet meer meemaakt, herenigen de Lamisten en Zonisten van Amsterdam zich in 1801. Op nationaal niveau verenigen bijna alle doopsgezinde groepen zich in 1811 tot de Algemene Doopsgezinde Sociëteit.
Doopsgezinde subgroepen
Er bestonden veel verschillende takken van Nederlandse doopsgezinden in de vroegmoderne periode, waaronder Oude en Jonge Vlamingen, Oude en Jonge Friezen, Hoge Duitsers, Waterlanders en andere splintergroepen. Fusies vonden ook plaats (bijvoorbeeld, de Vlamingen, Friezen, Hoge Duitsers, en later ook Waterlanders, verenigden zich met de Vlamingen in de Kerk bij ’t Lam). Vanaf de jaren 1660 hergroepeerden de groepen zich ook als Lamisten of Zonisten (zie Lammerenkrijgh). Bijna alle groepen verenigden zich in 1801 in Amsterdam en nationaal in 1811, en vormden de Algemene Doopsgezinde Sociëteit (ADS).
Lammerenkrijgh
Een conflict over geloofsbelijdenissen leidde in 1664 tot een schisma in de Kerk bij ’t Lam. De minister en Collegiant-denker Galenus Abrahamsz. de Haan, en zijn volgelingen, waren van mening dat geloofsbelijdenissen als leidende documenten moesten worden gezien die evolueren met het gemeenschapsleven. Samuel Apostool en zijn volgelingen vonden dat deze documenten bindend waren. De volgelingen van Galenus bleven, terwijl de volgelingen van Apostool vertrokken en een nieuwe schuilkerk stichtten die de Zon werd genoemd, in een herbestemd magazijn verderop in de straat. De meeste doopsgezinde groepen in de Republiek volgden het voorbeeld en sloten zich aan bij de Lamisten of Zonisten.
Collegianten
De Collegianten begonnen samen te komen als reactie op de groeiende orthodoxie binnen de gereformeerde traditie sinds de Synode van Dordrecht in 1619. Op de bijeenkomsten komen gelovigen van verschillende kerkgenootschappen samen, die lid bleven van hun eigen kerken terwijl zij zich tegelijkertijd als Collegiant beschouwden. Zij kwamen samen in zogenoemde “colleges” en deelden hun inzichten zonder het leiderschap van één duidelijke predikant of leider.
Na de fusie wordt het Zon-gebouw verkocht aan de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen, die het tot 1823 gebruikt als Amsterdams filiaal. Het orgel uit 1786 wordt eerst naar de doopsgezinde kerk De Toren verplaatst en daarna verkocht aan de doopsgezinde kerk in Leeuwarden, waar het zich nog steeds bevindt. Het gebouw wordt in 1856 grondig verbouwd naar een neo-renaissancistisch ontwerp van W.A. Froger. Later, doet het dienst als veilinghuis tot 1988. Toch herinnert nog steeds een zon op de gevel aan het verleden van het gebouw. Aan de achterkant bevinden zich nog de grote ramen uit de tijd dat het gebouw als schuilkerk fungeerde, en binnen zijn enkele van de massieve houten kolommen die de balkontribunes droegen nog altijd zichtbaar.
Schuilkerk
Gebouw waarin, onder het bewind van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588-1795), verborgen godsdienstoefeningen werden gehouden. Kerkelijke groeperingen buiten de calvinistische kerk, zoals katholieken, lutheranen, doopsgezinden en remonstranten moesten hun godsdiensten in schuilkerken praktiseren.
Maatschappij tot Nut van't Algemeen
Een liefdadigheidsorganisatie gericht op geletterdheid en zedelijke opvoeding, opgericht in 1784 op basis van plannen van de mennonieten Jan en Martin Nieuwenhuizen. Onafhankelijke afdelingen werden in verschillende Nederlandse steden opgericht, terwijl het centrale bestuur in Amsterdam was gevestigd.
Nina Schroeder-van 't Schip
Onafhankelijk wetenschapster, kunsthistorica en doopsgezind erfgoedspecialiste
Laatst bewerkt
06 november 2025
Lambour, R., “Doopsgezinde gemeenten te Amsterdam in de zeventiende en achttiende eeuw,” Amstelodamum 100-1 (2013) 25-38, 29-31,
Osborne, Troy, “Whether to Turn to the ‘Strong Hand’ of the State: The Role of the State in Dutch Mennonite Conflict Resolution,” in: A Pilgrimage of Justice and Peace: Global Mennonite Perspectives on Peacebuilding and Nonviolence, Fernando Enns, Nina Schroeder-van’t Schip, en Andres Pacheco, ed. (Eugene, OR: Wipf & Stock, 2023) 254-265.
Schijn, Hermannus en Gerardus Maatschoen, Geschiedenis der christenen, welke in de Vereenigde Nederlanden onder de protestanten mennoniten genaamd worden (Amsterdam: Kornelis de Wit, 1743-1745).
Schijn, Hermannus, Ontwerp tot vereeniging der doopsgezinde Christenen (Amsterdam: Jacobus Verheyde, 1723).
Welcker, A., “Amsterdamse Doopsgezinden in de achttiende eeuw,” Doopsgezinde Bijdragen 16 (1990) 177-226, 178-188.
Online bronnen
Global Anabaptist Mennonite Encyclopedia Online: Lammerenkrijgh
Laatst gecontroleerd 05-11-2025
Global Anabaptist Mennonite Encyclopedia Online: Herman Schijn
Laatst gecontroleerd 05-11-2025
Global Anabaptist Mennonite Encyclopedia Online: De Zon
Laatst gecontroleerd 05-11-2025






