
Locatie
HH. Joannes en Ursulakapel (Begijnhofkapel)
Nieuwezijds Voorburgwal
Type
Schuilkerk
Religieuze gemeenschap
Rooms-Katholieke Kerk
Object
Boek met teksten en gravures over het Mirakel van Amsterdam
Maker en datering
Leonardus Marius
1639
Bezichtigen
Het boek is niet te bezichtigen
De wonderbaarlijke hostie wordt al decennia lang vervangen; we zijn voor de gek gehouden! Als de hostie het haardvuur kan weerstaan, waarom kan het dan bederven? Wat een onnozel bijgeloof! Weg met al die Paapse afgoderij in de kerk!
Na de Alteratie (1578) staat Amsterdam op z’n kop. Eén voor één worden de voormalige katholieke kerken en kloosters ontdaan van hun altaren, relieken, kunstwerken èn tradities. De protestantse zuivering van de Heilige Stede, de locatie waar het Mirakel van Amsterdam in 1345 heeft plaatsgevonden, is misschien wel het meest schrijnend. Eens was deze bedevaartkapel het religieuze hart van de stad, nu is de openbare Mirakeldevotie verboden.
Alteratie
In 1578 wordt de katholieke stadsregering van Amsterdam afgezet. Er komt een gereformeerd stadsbestuur voor in de plaats. Het gevolg van deze verandering (Alteratie) is dat de Gereformeerde Kerk vanaf dat moment de enige kerk is die zich publiekelijk mag manifesteren. Katholieke kerken en kloosters worden in beslag genomen en krijgen nieuwe functies.
Hostie
Van het Latijnse woord hostia, dat offer betekent, is brood dat wordt gebruik tijdens de katholieke mis. Het heeft meestal de vorm van een rond stukje ongerezen brood, verwijzend naar het ongerezen brood dat Jezus Christus gebruikte tijdens het Laatste Avondmaal. Het katholicisme leert dat de hostie, samen met de miswijn, tijdens de mis door de woorden van een priester veranderen in het lichaam en bloed van Jezus Christus. Dit wordt de consecratie genoemd. De geconsacreerde hosties worden ook wel het Allerheiligste (Sacrament des Altaars) of het Heilig Sacrament genoemd.
Mirakel van Amsterdam
In 1345 vond in een huis aan de kalverstraat het Mirakel van Amsterdam plaats. Nadat een zieke stervende man zijn laatste Heilige Communie niet kon binnenhouden, wierp een dienstmeid het braaksel met de uitgespuwde Heilige Hostie in de haard. De Hostie werd de volgende dag intact in de vuurplaats teruggevonden. Men kwam daarop tot de conclusie dat God hier op bijzondere wijze aanwezig is en dat Hij op deze plek in de Heilige Hostie aanbeden wil worden. Kort daarop bouwde men op dezelfde plaats een bedevaartkapel die men de Heilige Stede (Heilige plaats) noemde. Deze kapel is in 1908 gesloopt.
Katholieken gaan onzekere tijden tegemoet. Omdat het uitoefenen van hun geloof verboden is, komen zij samen in schuilkerken. In die verscholen ruimten zingen zij trots over het Mirakel van Amsterdam en de Heilige Stede.
Gelooft zij Godes sterkt hand
Die zulks hij wijlen van den brand
Mozes braam hield ongeschend
Nu bewaart zijn Sacrament
Vraagt gij hier naar bewijs! Alree
D’Amstelredamse Heil’ge Stee
Met het vroomste volk aldaar
‘Tuigen dat mijn lied is waar
Voor de geleerde pastoor van de schuilkerk op het Begijnhof, Leonardus Marius (1588-1652), is dit heimelijk zingen over het Mirakel niet afdoende. Hij publiceert in 1639 een boek waarin hij het geloof in het Mirakel van Amsterdam verdedigt. De titel van het boek, Amstelredams eer ende opcomen, is veelzeggend. Volgens Marius is het Mirakel van Amsterdam de oorzaak van de opkomst van Amsterdam.
Schuilkerk
Gebouw waarin, onder het bewind van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588-1795), verborgen godsdienstoefeningen werden gehouden. Kerkelijke groeperingen buiten de calvinistische kerk, zoals katholieken, lutheranen, doopsgezinden en remonstranten moesten hun godsdiensten in schuilkerken praktiseren.
Toch is dit niet de belangrijkste boodschap die Marius zijn tijdgenoten wil meegeven. Zijn boek is een ware geestelijke lezing, die de gelovigen aanspoort in eucharistische devotie (d.w.z. het geloof dat de geconsacreerde hostie werkelijk het lichaam van Jezus Christus is en aanbeden dient te worden). Vanuit dit perspectief is het geloof in het Mirakel helemaal geen onnozel bijgeloof, maar raakt het de kern van de katholieke geloofsbeleving. Om die reden is het voor Marius uitermate belangrijk dat de Mirakeltraditie in Amsterdam wordt doorgegeven.
Het boek is een groot succes. De tekst van Marius en de bijgevoegde gravures van Boëtius à Bolswert (1580-1633) hebben een blijvende invloed op het denken over en het verbeelden van het Mirakel van Amsterdam.
Pieter-Jan van Giersbergen
Conservator Museum Ons' Lieve Heer op Solder
Laatst bewerkt
12 maart 2025
Marius,L., Amstelredams eer ende opcomen, door de denckwaerdighe miraklen aldaer geschied, aen ende door het H. Sacrament des Altaers Anno 1345 (Antwerpen 1639). Collectie Museum Ons’ Lieve Heer op Solder.
Exterieur en interieur: fotografie Robert Westera
Leonardus Marius Goezanus, pastoor van de Begijnhofkerk, Nicolaes Moyaert, 1647, olieverf op paneel. Collectie Museum Ons’ Lieve Heer op Solder.
Negen taferelen van het Mirakel van Amsterdam, naar gravures van Boëtius à Bolswert, vervaardiger onbekend, ca. 1790, olieverf op doek. Collectie Museum Ons’ Lieve Heer op Solder.
Caspers, Charles, en P. J. Margry, Het mirakel van Amsterdam: biografie van een betwiste devotie (Amsterdam 2017).
Marius, L., B., Amstelredams eer ende opcomen door de denckwaerdighe miraklen aldaer geschied aen ende door het H. Sacrament des Altaers Anno 1345 (Antwerpen 1639).