
Door de eeuwen heen hebben vrouwen fysieke en spirituele bescherming op het Begijnhof gezocht. Dit beeld van Sint Ursula symboliseert dat mooi. Elke gelovige mag onder haar mantel schuilen.
Locatie
HH. Joannes en Ursulakapel (Begijnhofkapel)
Begijnhof 29
Type
Schuilkerk
Religieuze gemeenschap
Rooms-Katholieke Kerk
Object
Houten beeld van Sint Ursula die onder haar mantel bescherming biedt aan gelovigen
Maker en datering
Maker onbekend
c. 1460-1470
Bezichtigen
Te bezichtigen tijdens openingstijden van de Begijnhofkapel
Het Begijnhof: woonplaats en schuilplaats voor vrouwen
In de drukke binnenstad van Amsterdam ligt het Begijnhof verscholen achter een dikke eikenhouten deur. Het hof is waarschijnlijk al in 1307 gesticht. Het is een plek waar ongehuwde vrouwen en weduwen samenwonen en zichzelf bedruipen. Ze leggen geen eeuwige geloften af, maar beloven wel gehoorzaam te zijn aan hun Moeder-overste en om kuis te leven. Ze zijn ‘kloosterlingen in vrijheid’, want ze kunnen ook weer weg als ze trouwen. Het hof - omgeven door water - is slechts via de Begijnensteeg te bereiken en is zo een veilige haven.
Vóór de Alteratie kerken de begijnen in de huidige Engelse Hervormde Kerk, tot het stadsbestuur hen dit verbiedt. In 1761 laten ze door de Amsterdamse architect Philips Vingboom (1607-1668) een schuilkerk bouwen die ze de HH. Johannes en Ursulakapel noemen, nu beter bekend als de Begijnhofkapel. Johannes en Ursula zijn beiden de patroonheiligen van de kerk.
Alteratie
In 1578 wordt de katholieke stadsregering van Amsterdam afgezet. Er komt een gereformeerd stadsbestuur voor in de plaats. Het gevolg van deze verandering (Alteratie) is dat de Gereformeerde Kerk vanaf dat moment de enige kerk is die zich publiekelijk mag manifesteren. Katholieke kerken en kloosters worden in beslag genomen en krijgen nieuwe functies.
Schuilkerk
Gebouw waarin, onder het bewind van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588-1795), verborgen godsdienstoefeningen werden gehouden. Kerkelijke groeperingen buiten de calvinistische kerk, zoals katholieken, lutheranen, doopsgezinden en remonstranten moesten hun godsdiensten in schuilkerken praktiseren.
eeuwige gelofte
Een eeuwige gelofte is een religieuze verbintenis voor het leven, waarbij iemand zich onherroepelijk verbindt aan een religieuze orde of congregatie en de geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid aflegt. Deze geloften worden in het openbaar afgelegd en gelden voor de rest van het leven van de persoon.
moeder-overste
De vrouw die leiding geeft over een vrouwelijke kloosterorde.
patroonheilige
Een patroonheilige (of beschermheilige) is een heilige die wordt beschouwd als de beschermer van een bepaalde plaats, beroep, vereniging of persoon.
Sint Ursula als beschermheilige
In de kapel staat een eikenhouten beeld van de heilige Ursula, een van de beschermheiligen van de kapel. Ze draagt een wijde mantel waar de knielende figuren op de voorgrond onder schuilen. Op de voorgrond links knielt Paus Cyriacus (met pauselijke tiara) en rechts koning Aetherius (Ursula’s bruidegom, met kroon). Beide maken deel uit van de Ursulalegende. De kardinaal (met hoed links) en edelman (met hoed rechts) kunnen nog niet verklaard worden. Ursula wordt hier afgebeeld als een mantelmadonna. Met haar kleed beschermt ze gelovigen van alle rangen en standen. Ursula heeft een boek in de linkerhand en in de rechterhand klemde ze waarschijnlijk ooit een pijl als teken van haar martelaarschap. In de holle achterzijde van het beeld hebben vermoedelijk ooit relieken van Sint Ursula gezeten, waardoor het beeld meteen reliekhouder was, net als de reliekbuste van de gezellin van Sint Ursula in Museum Catharijneconvent.
Martelaren
Personen die hun leven hebben opgeofferd voor hun geloof of principes.
reliekhouder
Een reliekhouder is een houder voor relieken van heiligen. Bijvoorbeeld in de vorm van een kruis, een beeld, een buste, een medaillon of monstrans.
mantelmadonna
In de kunst het motief van Maria die de gelovigen met haar mantel beschermend omvat.
pauselijke tiara
Een uitsluitend pauselijke hoofdbedekking, gevormd door drie smalle gouden kronen. In de drie kronen ziet men ofwel een herinnering aan de drievoudige waardigheid van de paus: priester, leraar en koning, ofwel een verwijzing naar de drieledige Kerk: de strijdende, lijdende en zegevierende Kerk.
Deze reliekbuste beeldt een van de gezellinnen van Sint Ursula af, die volgens de legende samen met haar door toedoen van de Hunnen de marteldood is gestorven. In de opening boven heeft eens een onderdeel van een echte schedel gezet. De drie driepasvormige uitsparingen onderaan hebben eveneens relieken bevat.
Ingrid Henkemans
Erfgoedspecialist Museum Catharijneconvent
Laatst bewerkt
09 juli 2025
Sint Ursula als mantelmadonna, vervaardiger onbekend, Zuidelijke Nederlanden, ca. 1460-1470, eikenhout, 85x54x23cm. Collectie HH. Johannes en Ursulakapel.
Interieur en exterieur: fotografie Robert Westera
De Begijnensteeg met de ingang van het Begijnhof, Rienk Jelgerhuis, ca. 1744 - 1806, olieverf op doek, 53x44cm. Collectie Amsterdam Museum.
Gezellin van de H. Ursula, vervaardiger onbekend, Keulen, ca. 1340-1349, notenhout, 43x36x22cm. Collectie Museum Catharijneconvent.
Interieur van de Begijnhofkapel met zicht op de biechtvertrekken, fotografie Robert Westera, 2025.
Bouvy, D.P.R.A., Middeleeuwsche beeldhouwkunst in de Noordelijke Nederlanden (Amsterdam 1947) 88-89.
Dijk, G. van, Van “Der Beghinenlande” tot Begijnhof. De geschiedenis van het Begijnhof van 1307 tot heden (Amsterdam 2004) 8, 14, 69-70.
Leeflang, M. en K. van Schooten, Middeleeuwse beelden uit Utrecht. 1430-1530 (Utrecht 2012) 178-180.
Verheggen, E., ‘The Mystical Union Between Christ and His Brides: Devotional Prints as a Source for Catholic Women’s History’, Early Modern Low Countries 9 (2025) 125-142.